Orde op zaken, dat is wat we nodig hebben

Orde op zaken, dat is wat we nodig hebben. Dat onderzoekers onderzoeken, genezers genezen, studenten studeren en docenten doceren. Dan zal de zon schijnen over Heijendaal, en er zal voorspoed zijn, en kameraadschap en vlaggen aan de gevels en vreugde in de harten.

Dit fragment is afkomstig uit Omtrent de verloedering, een verhaal in ‘s Avonds op het Galgenveld (1997) waarin Frans Kusters’ columns in het Nijmeegse Universiteitsblad KU-Nieuws zijn gebundeld. Het baken is aangebracht op een wand in de bibliotheek van de Rechtenfaculteit, waar Frans Kusters (1949-2012) als wetenschappelijk docent werkzaam was. Gabriella Bige, echtgenote van Kusters, heeft het baken op 30 november 2018 onthuld. Bij deze gelegenheid hebben Thomas Verbogt, vriend van Kusters, en Peter Tak, professor-emeritus en oud-collega, het woord gevoerd. Ook presenteerde Het Milde Systeem, de stichting die zich ten doel stelt het literair werk van Frans Kusters levend te houden, een uitgave met het verhaal waaruit de bakentekst genomen is en met de voordracht van Verbogt. De realisatie van het baken van Frans Kusters werd ondersteund door de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Radboud Universiteit.

Frans Kusters, geboren en overleden in Nijmegen, schreef voornamelijk (soms zeer) korte verhalen. In 1973 ontving hij de Reina Prinsen Geerligsprijs voor Jouw goedheid, veertien prozastukken, die hij in 1975 opnam in zijn debuutbundel De reis naar Brabant, en andere verhalen (1973). Hierna schreef hij nog een aantal bundels waarvan een deel in Afscheid in Hoek van Holland (1991) en in Scherven (2007) werd gebloemleesd. In 2009 verscheen zijn laatste bundel Paarse dingen.

Kusters wordt alom geroemd om zijn stijl. De traditionele vertelling, vooral de roman, schiet zijn inziens tekort. Zijn enige roman, Na het wonder (2001), is dan ook niet meer dan een sterk samenhangende verhalenbundel met één hoofdpersoon. Wat hij beoogt, is een momentopname waarin iets algemeens, fundamenteels schuilgaat. Zijn hoofdpersonages worden op beslissende momenten door een noodlottige passiviteit bevangen. Het is geen wonder dat men hem de Nescio van Nijmegen noemt, ook al omdat veel van zijn verhalen in en om Nijmegen zijn gesitueerd. Maar hoewel toon en thematiek van Nescio aanwijsbaar zijn, wortelt Kusters’ proza nauwelijks in een Nederlands traditie. Invloeden van Kafka, Cortázar en Borges zijn onmiskenbaar in zijn oeuvre aanwezig.

Frans Kusters was medeoprichter van het Literair Café Nijmegen en van het literaire tijdschrift De Schans dat van 1976 tot 1986 in Nijmegen verscheen.

Bron
Frans Kusters, ’s Avonds op het Galgenveld, De Bezige Bij, 1997

Voor meer informatie zie hier